hoe

De oriëntatie start met een intakegesprek met het kind/de jongere, de ouders, de aanmelder, de onderzoeksbegeleider en de teambegeleider van ’t Kruispunt.

Nadien organiseren we twee keer per week (individuele of gezamenlijke) gesprekken die doorgaan in het gezin en in ons centrum. Kinderen of jongeren die in de leefgroep verblijven, krijgen telkens een individuele begeleider (IB) toegewezen. De psycholoog kan betrokken worden voor psychodiagnostisch onderzoek. De onderzoeks- of gezinsbegeleider (OB) werkt samen met het gezin.  Zo brengen we vanuit ieders kijk en expertise de moeilijkheden en krachten grondig in beeld. 

 

Voor ons onderzoek en de begeleiding werken we samen met scholen en andere partijen. In samenspraak met het gezin kunnen ook belangrijke personen uit het netwerk betrokken worden. 

 

Samen met het gezin proberen we de verschillende puzzelstukjes samen te leggen en tot een gedeeld beeld te komen. Tegelijk zoeken we ook hoe ieder zich kan inzetten om de problemen anders aan te pakken. 

 

De jongeren in onze leefgroep gaan, indien mogelijk, in het weekend naar huis. Deze bezoeken worden geleidelijk opgebouwd en er worden duidelijke afspraken gemaakt om deze zo positief mogelijk te laten verlopen. We willen hiermee inzetten op succeservaringen voor alle gezinsleden. 

 

Regelmatig bespreken we de begeleiding met het hele team. We bekijken wat al duidelijk is en waar we nog verder aan moeten werken. Dit wordt telkens besproken met alle gezinsleden, afgestemd op ieders (ontwikkelings-)leeftijd. We vinden het belangrijk om open te communiceren en duidelijk te benoemen wat nodig is, ook wat moeilijk of lastig is. Aan het einde van het traject wordt een advies geformuleerd dat we bespreken met de ouders, de kinderen en de aanmelder.

 

Tenslotte maken we een verslag dat we bezorgen aan de aanmelder en de eventuele vervolghulpverlening. Ouders en kinderen kunnen ieder hun deel lezen.